(sorry, this one's in Dutch - can't properly translate the events reported below).
Terwijl ik in Ecuador bergen beklom/wilde dieren bekeek/emmers water over mezelf uitgestort kreeg en terwijl ik in Glasgow settlede/een huis zocht/een leven probeerde op te bouwen/aan het werk ging was thuis mijn persoonlijke Annistente aan het zorgen dat ik me geen zorgen hoefde te maken.
En dat blijkt. Eén van haar missies was het verhuizen van allerhande troep van de opslag naar de vuilstort. Maar hoe doe je dat met rug die tillen onmogelijk maakt? Simpel.
We rijden de stort op en meteen staan er twee geelgejaste jongemannen enthousiast te zwaaien en gebaren.
- Jij, hier? Je kwam toch niet meer?
De Annistente parkeert.
- Nee joh, kijk daar komt een plekje vrij, ik houd hem wel even voor je vrij, dat is veel handiger!
De Annistente parkeert nog een keer onder instemmend toezicht.
- Is dit metaal? Is dit grof afval?
De lading slinkt zinderogen terwijl ik voor de vorm ook probeer stukken troep in de juiste container te krijgen. De Annistente probeert het nog meer voor de vorm aangezien ze niet mag tillen.
- Je kwam toch niet meer? Je was toch klaar? Kom je zeker volgende week ook weer? Wel zaterdag komen he?
Tegen de andere geelgejaste jongeman:
- Hee, ze zijn heel tevreden over de service!
- Jaja service, jij staat daar maar van blablabla.
En hij pakt weer een lading.
De Annistente beantwoordt het vraagteken in mijn ogen:
- Simpel.
- Dus je wappert even met je wimpers, zegt dat je rug pijn doet en klaar?
- Van die rug heb ik nooit hoeven zeggen. Ging vanzelf.
Auto leeg, Annistente achter het stuur, de twee geelgejaste jongemannen dirigeren haar alsook het omringende verkeer. Maar een derde geelgejaste jongeman vindt het wel welletjes (of voelt zich buitengesloten).
- Rijden kunnen ze heus wel zelf hoor!
Terwijl ik in Ecuador bergen beklom/wilde dieren bekeek/emmers water over mezelf uitgestort kreeg en terwijl ik in Glasgow settlede/een huis zocht/een leven probeerde op te bouwen/aan het werk ging was thuis mijn persoonlijke Annistente aan het zorgen dat ik me geen zorgen hoefde te maken.
En dat blijkt. Eén van haar missies was het verhuizen van allerhande troep van de opslag naar de vuilstort. Maar hoe doe je dat met rug die tillen onmogelijk maakt? Simpel.
We rijden de stort op en meteen staan er twee geelgejaste jongemannen enthousiast te zwaaien en gebaren.
- Jij, hier? Je kwam toch niet meer?
De Annistente parkeert.
- Nee joh, kijk daar komt een plekje vrij, ik houd hem wel even voor je vrij, dat is veel handiger!
De Annistente parkeert nog een keer onder instemmend toezicht.
- Is dit metaal? Is dit grof afval?
De lading slinkt zinderogen terwijl ik voor de vorm ook probeer stukken troep in de juiste container te krijgen. De Annistente probeert het nog meer voor de vorm aangezien ze niet mag tillen.
- Je kwam toch niet meer? Je was toch klaar? Kom je zeker volgende week ook weer? Wel zaterdag komen he?
Tegen de andere geelgejaste jongeman:
- Hee, ze zijn heel tevreden over de service!
- Jaja service, jij staat daar maar van blablabla.
En hij pakt weer een lading.
De Annistente beantwoordt het vraagteken in mijn ogen:
- Simpel.
- Dus je wappert even met je wimpers, zegt dat je rug pijn doet en klaar?
- Van die rug heb ik nooit hoeven zeggen. Ging vanzelf.
Auto leeg, Annistente achter het stuur, de twee geelgejaste jongemannen dirigeren haar alsook het omringende verkeer. Maar een derde geelgejaste jongeman vindt het wel welletjes (of voelt zich buitengesloten).
- Rijden kunnen ze heus wel zelf hoor!
Comments